Skip to main content

Hoe kies je als wetenschapper voor werk waar je energie van krijgt?

Je hebt bewust voor de wetenschap gekozen. Je kreeg eerst veel energie van je werk, maar nu niet meer. Wat is er aan de hand? Hoe kies je als wetenschapper voor werk waar je energie van krijgt? In deze blog een oefening om jouw energiehuishouding in kaart te brengen.

Afbeelding: Marcus Aurelius

Als je geen energie krijgt van je werk dan kan een werkdag lang duren. In je vrije tijd word je er ook geen leuker persoon door. Misschien krijg je er zelfs fysieke klachten van. Vaak gaan deze symptomen niet vanzelf over.

Je snapt niet waarom het werk eerder energiegevend was, dat nu niet meer is. Je zou graag willen dat je zin hebt om te beginnen aan je werkdag, dat de tijd vliegt, dat je tevreden bent over je resultaten, je vrolijk binnenkomt en weer weggaat, en dat je nog energie over hebt in de avond.

Als je meer energie uit je werk wilt halen dan kun je daar zelf mee aan de slag.

Waar zit jouw energielek?

Om meer inzicht te krijgen in jouw energiehuishouding kan het een goed idee zijn om dagelijks op te schrijven wat je energiegevers en energienemers waren. Beperk je daarbij niet alleen maar toe je werkdag, maar schrijf ook op wat je buiten je werk energie gaf of kostte. Als je dat één of twee weken doet kun je daarna de balans opmaken aan de hand van de volgende vragen:

  • Op welke momenten van de dag heb jij de meeste energie en wanneer juist niet?
  • En na welke bezigheden voel jij de energie stromen? En na welke bezigheden voel je je vermoeid?
  • Welk patronen kun je ontdekken in jouw energiehuishouding?

Inzoomen op jouw energiegevers

Het kan zijn dat je door het doen van deze oefeningen ontdekt dat activiteiten waar je nog wel positief over dacht toch meer energie kosten dan verwacht.

Wat je eigenlijk wilt is dat je dag meer energiegevers dan energienemers heeft. Als je voor jezelf de balans opmaakt en vaststelt dat je te weinig energiegevers en te veel energienemers hebt, dan is er werk aan de winkel.

Om in te zoomen op jouw energiegevers, kijk nog eens wat breder dan de laatste twee weken aan de hand van de volgende vragen:

  • Wanneer was jij voor het laatst in een staat van flow, waarbij je de tijd vergat en gewoon met plezier aan het werk was?
  • Wat deed je toen? Met wie? In welke omgeving?
  • Hoe verschilde deze situatie van je gemiddelde werkdag?

Na het doen van deze twee inventarisatieopdrachten heb je een idee gekregen van wat je eigenlijk meer en minder zou willen doen.

Hoe haalbaar zijn deze veranderingen voor jou? Wat is daarvoor nodig?

Hieronder meer over hoe je er concreet mee aan de slag kunt, zowel voor het scenario waarin je voor ander werk kiest, als voor de optie waarin je de gewenste veranderingen in je huidige baan doorvoert.

Scenario 1: Hoe kies je als wetenschapper voor ander werk waar je energie van krijgt?

Als je op zoek wilt naar ander werk dan kun je het overzicht van energiegevers en -nemers gebruiken om andere keuzes te maken op het vlak van werk. Bijvoorbeeld door te kiezen voor werk met minder schermtijd en meer sociaal contact. Of voor minder lange termijn deadlines en meer sparren. Of…

Probeer voor jezelf concreet te maken:

  • Welke activiteiten kan ik beter vermijden?
  • Welke activiteiten wil ik graag veel vaker doen?
  • In welke omgeving is het voor mij makkelijker om mijn werk uit te voeren op een manier die bij mij past?
  • Kortom: welke verandering zoek ik?

Om te ervaren of deze verandering je echt gaan helpen kun je ook de volgende stappen doen. Zo kun je de veranderingen al uitproberen in je huidige baan.

Scenario 2: Veranderingen aanbrengen in je huidige baan

Wil je je huidige baan behouden dan is het tijd om te kijken hoe je je werk anders kan inrichten. Experimenteer met het veranderen van je aanpak en evalueer.

Dingen veranderen kan lastig zijn, zeker als het om je energiehuishouding gaat. Vaak stel je achteraf vast: het is weer niet gelukt. Om proactief met het verbeteren van je energiebalans aan de slag te gaan heb je een plan nodig en een stok achter de deur.

Wat kan jou helpen om niet alleen goede voornemens te hebben, maar je gewenste verandering ook echt door te voeren?

Dit kan allerlei vormen aannemen: van een actieplan maken, tot reminders in je agenda, tot het aangaan van structurele veranderingen in je taken of je dagindeling, tot nieuwe afspraken met collega’s, tot een overleg met je leidinggevende, etc. Bepaal wat jou kan helpen.

Uiteindelijk ben je zelf degene die verandering kan brengen.

Ik wens je succes met je eerste stappen.

Zoek je nog meer aanknopingspunten voor het kiezen van een nieuwe baan:

Kijk dan eens terug op je werkverleden.

Of inventariseer welke waarden belangrijk voor je zijn.